Queeny Rajkowski, VVD Tweede Kamerlid: “Cybersecurity wordt in de politiek vaak over het hoofd gezien.”
Queeny Rajkowski, Tweede Kamerlid voor de VVD, zet zich met passie en expertise in om cybersecurity prominent op de politieke agenda te krijgen. En dat is hard nodig, want “cybersecurity wordt in de politiek vaak over het hoofd gezien.” Volgens Queeny is het daarom belangrijk om kennis en bewustzijn over het onderwerp te vergroten. Niet alleen binnen de politiek, maar binnen de gehele samenleving. “Houd het vooral simpel”, is haar boodschap. Volgens haar is dit essentieel voor het stimuleren van groei en innovatie.
De loopbaan van Queeny
Queeny werkt al van jongs af aan in de politiek, en dan met name gericht op veiligheid. Vanaf 2014 zat ze in de gemeenteraad van de gemeente Utrecht. “Hier was ik woordvoerder op het gebied van veiligheid. Ik was altijd sceptisch richting de politiek, maar hier merkte ik dat politiek echt een verschil kan maken, dus daar wilde ik verder in groeien.”
En dat deed ze: een paar jaar later werd ze vicefractievoorzitter van de VVD in Utrecht en inmiddels is ze Tweede Kamerlid. Ze houdt zich onder andere bezig met digitalisering en veiligheid. Queeny ziet kansen om cybersecurity scherper op de agenda te krijgen, vertelt ze. “Voordat ik in de Tweede Kamer kwam, werkte ik bij Valtech, een techbedrijf waar security een belangrijk thema was. Eenmaal in de Tweede Kamer merkte ik dat er in debatten over veiligheid veel aandacht was voor drugscriminaliteit en straatgeweld. Cybersecurity werd daarentegen vaak over het hoofd gezien. Ik vond dat dit een belangrijk onderwerp was dat niet vergeten mocht worden. Daarom ben ik me meer gaan richten op cybersecurity.”
Visie op innovatie in security
Innoveren – zo stelt ze – is negen keer falen en de tiende keer vind je iets moois. “Die ruimte is er pas als het basisniveau van kennis en bewustwording op het gebied van cybersecurity aanwezig is. Dat is de eerste stap.”
Om te groeien als sector, denkt Queeny dat een van de grootste uitdagingen is dat nog niet iedereen begrijpt wat cybersecurity is en dat je daar iets mee moet. “Het onderwerp blijft nog een beetje hangen binnen de grote bedrijven of een deel van de politie. Het sijpelt nog te weinig door naar de rest van de samenleving. En om te kunnen groeien en innoveren, is het wat mij betreft een randvoorwaarde dat er basiskennis moet zijn.”
Queeny vindt dat we goud in handen hebben met onze digitaal vaardige samenleving. Daar liggen kansen. “Om oplossingen enerzijds in te zetten voor een veiligere samenleving en er anderzijds op te kunnen verdienen. Tegelijkertijd geven we eigenlijk nog onvoldoende aandacht aan dit thema in het onderwijs. En dat terwijl we wel aan het racen zijn tegen cybercriminelen. We moeten blijven innoveren.” Politiek speelt een belangrijke rol in het genereren van zichtbaarheid omtrent cybersecurity, vertelt Queeny. Maar het blijft wel een uitdaging om ook het positieve verhaal eromheen te vertellen. “In de media doet vooral het negatieve het erg goed, dus soms is het lastig om de positieve kant van de cyberwereld te laten zien. Maar ik denk wel dat daar een rol voor de politiek is weggelegd.”
Ook vindt ze dat we Nederland meer kunnen positioneren als een land dat zich focust op cybersecurity. “Door bijvoorbeeld te laten zien dat we interessante bedrijven hebben, die in andere landen ook kunnen bijdragen aan cybersecurity als een ‘exportproduct’. En we moeten aan studenten laten zien dat het een kansrijk vakgebied is. Dan is het ook aannemelijker dat ze kiezen voor een studie gerelateerd aan security.”
Praktijkvoorbeeld: Informatiedeling in de zorg
Zelf heeft Queeny als politica aan meerdere projecten bijgedragen waar ze trots op is. Eén daarvan ging over het delen van informatie in de zorg. “Het doel was om AI los te laten op een grote hoeveelheid data van ziekenhuizen om van te leren. Maar tegelijkertijd moesten deze gegevens wel veilig blijven en de privacy gewaarborgd worden.” Ze vertelt dat er twee opties waren. De eerste optie was om alle data van alle ziekenhuizen in één systeem te zetten, waarmee er een model kon worden ontwikkeld om inzichten op te halen uit alle data. De andere optie was om dit per ziekenhuis op te halen, waarbij de inzichten werden meegenomen en de patiëntgegevens veilig bleven. “Uiteindelijk is door onze input gekozen voor de tweede optie. De inzichten voor de zorg zijn in balans gebracht met securityperspectief. Het is niet iets waar je miljoenen stemmen voor gaat krijgen, maar ik ben er wel echt trots op. Het stelt de zorg namelijk in staat om slimmer, effectiever en efficiënter te werken.”
Belangrijk voor innovatie?
“Innoveren is negen keer falen en de tiende keer vind je iets moois. Die ruimte is er pas als het basisniveau van kennis en bewustwording op het gebied van cybersecurity aanwezig is”
Cybersecurity in een positief daglicht
We moeten dus meer en op een positievere manier in gesprek gaan over cybersecurity wat Queeny betreft. Dit gaat om alle lagen van de samenleving. Zo lijkt het volgens Queeny erop dat het gebrek aan kennis en zichtbaarheid een rol speelde bij het ontbreken van cybersecurity in debatten. “Wanneer mensen weinig weten over het onderwerp, kan het uitdagend zijn om er een mening over te vormen. Het gebrek aan zichtbaarheid maakt het onderwerp voor veel mensen ongrijpbaar en eng, waardoor ze ook terughoudend zijn om zich er te veel in te verdiepen. Dit kan verklaren waarom mensen het zo spannend vinden en er moeite mee hebben om het te omarmen.”
Nu ze in de politiek zit, realiseert ze zich dat de experts in cybersecurity óók meer moeten weten van de maatschappij. Ze legt uit: “Cybersecurity wordt vaak op een technische en ingewikkelde manier benaderd en uitgelegd. Het is cruciaal om, wanneer je over security spreekt, dit zo eenvoudig mogelijk te doen. Als we onze basiskennis niet verhogen, wordt de ruimte voor innovatie kleiner. En die ruimte hebben we juist nodig om te kunnen groeien en veilig te zijn. Dus ik blijf me inzetten voor meer kennis en zichtbaarheid over cybersecurity. Niet alleen bij de overheid, maar juist ook in de samenleving als geheel. Daar worden we uiteindelijk allemaal beter van.”